Het valt niet mee mensen te kennen. Het is ook niet altijd gemakkelijk om jezelf kenbaar te maken. Dat is wel belangrijk. Mensen moeten kunnen zien wie je bent, wat je talenten, mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Het maakt uit voor je gevoel of je als mens meetelt en dat anderen respectvol met je omgaan. Om het chique te zeggen: dat ze je menselijke waardigheid respecteren.
De Zweedse filosoof Lennart Nordenfeldt heeft veel over waardigheid geschreven. Hij stelt dat ‘universele waardigheid’ waardigheid is, die we aan mensen toekennen omdat ze mens zijn; de gedachte onder de Universele Rechten van de Mens. Die waardigheid en rechten gelden voor alle mensen, zonder uitzondering.
Ook onderscheidt hij ‘waardigheid van identiteit’. Dat is dat we onszelf zien als een heel en autonoom persoon met een geschiedenis en een toekomst, en met relaties met andere mensen. Dat geeft een gevoel van eigenwaarde. Althans, als het goed gaat.
Eigenwaarde en waardigheid van identiteit wordt aangetast als mensen iemand vernederen, het gevoel geven minderwaardig of mislukt te zijn, niets te betekenen of zelfs er niet te zijn. Genegeerd worden is een van de ergste dingen die je kunnen overkomen. Waardigheid ontstaat in het contact met andere mensen.
Maar wat als je een kind hebt, waarbij het niet zomaar duidelijk is wat de talenten en mogelijkheden zijn? Dat soms genegeerd wordt. Waarbij relaties met anderen niet wederkerig zijn? Dat alleen relaties heeft met welwillende hulpverleners en vrijwilligers, juist omdát het beperkingen heeft. Niet omdat het talenten heeft of mogelijkheden heeft.
Tot welk kind verhouden die welwillende mensen zich dan? Het krijgt een diagnose, is ‘gehandicapt' en er wordt een zorgzwaarte met financiering aan toegekend. Die heb je nodig om professionele hulp te krijgen. Maar wat is dan de identiteit van je kind? Krijgt het de waardigheid die je je kind zo gunt?
Je wilt dat je dochter of zoon als een ‘gewoon’ leuk kind gezien wordt, het liefste kind van de wereld. Je wilt dat haar of zijn identiteit gezien wordt, met – net als andere kinderen - talenten, mogelijkheden en ‘gewone’ onmogelijkheden. Met wie je ‘kunt lachen en van wie je gaat houden zoals ze zijn’, schrijft Sarike. Lisse is meer kenbaar, ze is vaak haar zonnige zelf. Bij Bram is het een zoektocht. ‘Het lukt maar enkelen om echt contact te maken, contact te zien en daarvan te genieten als dit lukt’, aldus Sarike. Je wilt dat je kind gezien wordt als iemand die ertoe doet en daarin gekend wordt. Niet als een verzameling ‘handicaps’. Het helpt niet dat onze zorg zo is ingericht dat je alleen voor tekortkomingen, beperkingen en diagnoses aanspraak kunt maken op hulp en ondersteuning. Het ondermijnt eigenlijk de waardigheid van identiteit. Wat dan resteert is universele waardigheid. Dat is eigenlijk te weinig omdat die waardigheid voorbijgaat aan de identiteit, het unieke van je kind.
De kenbaarheid van je kind is een levenslange en levensgrote opgave.
Commenti